Techniek
Al mijn werk ontstaat eerst op de draaischijf. Een deel van de gedraaide objecten snij ik in stukken. Deze delen voeg ik weer samen tot vierkante, rechthoekige of driehoekige potten. Ik werk met sterk gechamotteerde klei uit het Westerwald en met Franse grês. Ik meng de klei zelf en vaak voeg ik nog porseleinchamotte toe. Mijn porseleinklei verwerk ik met of zonder chamotte.
Ik glazuur de stukken van binnen en decoreer ze van buiten met engoben (klei gemengd met oxiden). De glazuren en engoben ontwikkel ik zelf.
De potten worden niet bisquit gestookt. Ik bak ze in één keer in een zelfgebouwde gasoven. De gasinstallatie is door Hein Janssen aangebracht. Na circa 12 uur is de eindtemperatuur van ± 1280º bereikt. Pas dan kan het zouten beginnen. Door een kleine opening in de ovenwand blaas ik met behulp van een compressor 3 kg zout in kleine porties in de gloeiende oven. Daar wervelt het zout rond en versmelt vervolgens met de witgloeiende scherf.
Na het zouten houd ik de eindtemperatuur nog een uur aan. Vervolgens schakel ik de oven uit en sluit hem af. Twee dagen later kan ik de oven openen.
Augustus 2021
vóór en na het bakken
DE OVEN DEUR HAD EEN INGRIJPENDE RENOVATIE NODIG